
Op verschillende plekken in Nederland draaien proefprojecten voor maatschappelijke diensttijd voor jongeren. Wie jong is en graag iets nuttigs doet, of wie wil kijken of een bepaald beroep bij hem past, kan daarom nu al deelnemen aan zo’n project en vervolgens aangeven wat in de praktijk wel en niet werkt.
De proefprojecten voor maatschappelijke diensttijd die nu al draaien doen het goed. Je wordt vanzelf enthousiast van de mooie dingen die jongeren doen vanuit scholen, sportclubs, buurtwerk, et cetera. Organisaties die mee willen werken aan deze proeven kunnen subsidie aanvragen voor hun idee, maar de plannen die ze opzetten voor maatschappelijke diensttijd moeten wél aansluiten bij de wensen van jongeren. Dat wil dus zeggen dat je het als jongere voor het zeggen hebt.
Dit schrijft Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) aan de Tweede Kamer. “De afgelopen maanden hebben we tijdens gesprekken, bezoeken en bijeenkomsten kennisgemaakt met diverse initiatieven en met jongeren die maatschappelijk actief zijn. Ik wil dat de maatschappelijke diensttijd een versterking wordt van bestaande dingen die goed werken voor jongeren. Daarnaast willen we ook de jongeren bereiken waarvoor vrijwilligerswerk nu minder vanzelfsprekend is, bijvoorbeeld omdat ze een beperking hebben, een startkwalificatie missen of moeten bijdragen aan het gezinsinkomen.”
Nieuwe skills en ervaringen
In gesprekken over de invulling van de maatschappelijke diensttijd geven jongeren aan dat het vrijwillig en flexibel moet zijn qua tijd en duur. Ook moet er een goede match zijn met persoonlijke interesses. Daarbij moet je als jongere nieuwe skills en ervaringen kunnen doen, zodat je er later wat aan hebt, menen de jongeren. Het moet nuttig zijn voor je CV bijvoorbeeld, of voor je latere beroepskeuze. Uiteraard moet een maatschappelijke stage ook erkenning en waardering opleveren.
Ben je niet overtuigd van het nut van een maatschappelijke stage? Dan ben je de enige niet. Sommige jongeren zijn bang om studievertraging op te lopen of onvoldoende tijd te hebben voor een bijbaantje. De staatssecretaris wil deze zorgen wegnemen door jongeren zo intensief mogelijk te betrekken bij de uitwerking van de plannen. In 2019 vindt de invoering van de maatschappelijke diensttijd plaats, dan moet het voor alle jongeren mogelijk zijn om er aan deel te nemen.