LinkedIn voelt voor veel mbo-studenten als een ver-van-m’n-bedshow. Iets voor managers, consultants en mensen met ‘business development’ in hun titel. Maar wist je dat steeds meer bedrijven LinkedIn gebruiken om stagiaires, starters en nieuwe collega’s te vinden?
Sterker nog: met een beetje moeite kun jij er zó uitspringen – juist omdat veel leeftijdsgenoten er nog niks mee doen.
Tijd dus om je eigen LinkedIn-profiel op te zetten. Geen zorgen, het hoeft geen ingewikkeld project te zijn. Met deze 5 tips sta jij er straks strak en professioneel op.
1. Kies een goede profielfoto (en nee, geen vakantiekiekje)
Je hoeft echt niet in pak voor een witte muur te staan. Maar zorg wel voor een foto waarop je gezicht goed zichtbaar is, je vriendelijk kijkt en de achtergrond niet afleidt. Dus liever geen selfie in de spiegel of een groepsfoto waar je jezelf moet aanwijzen.
Kies iets dat bij je past en laat zien: ik ben serieus over mijn toekomst, maar nog steeds mezelf.
2. Schrijf een korte, sterke introductie over jezelf
Bovenaan je profiel staat je kopregel en een klein stukje over wie je bent. Maak daar gebruik van. Zeg niet alleen “Student MBO Zorg en Welzijn” maar voeg toe waar je naartoe wilt of wat je zoekt.
Voorbeeld:
“MBO-student Zorg & Welzijn | Leergierig, sociaal en op zoek naar een stage in de gehandicaptenzorg.”
In de samenvatting (het ‘info’-stukje) kun je iets meer kwijt. Vertel daar wat je doet, wat je leuk vindt en wat je ambities zijn. Houd het kort, positief en persoonlijk.
3. Vul je ervaringen en opleidingen goed in
Ook als je nog geen betaalde baan hebt gehad, kun je hier genoeg kwijt. Denk aan:
- Stages
- Bijbanen
- Vrijwilligerswerk
- Schoolprojecten
- Cursussen of certificaten
Geef bij elke ervaring een korte omschrijving van wat je deed én wat je geleerd hebt. Zo ziet een werkgever meteen wat voor soort persoon jij bent.
4. Vraag om aanbevelingen (en geef ze ook)
Een onderschat onderdeel van LinkedIn: aanbevelingen. Vraag bijvoorbeeld aan je stagebegeleider, een docent of een (oud-)collega of ze iets korts over jou willen schrijven.
Bijvoorbeeld: “Jesse was een betrokken stagiair die snel zelfstandig werkte en goed met cliënten omging.”
Zo’n stukje zegt vaak meer dan duizend bullet points. En als jij iemand anders aanbeveelt, krijg je vaak ook iets terug.
5. Wees actief: connect, reageer, deel
Je profiel is stap één, maar LinkedIn werkt pas echt als je het gebruikt. Voeg mensen toe die je kent van school, stage of werk. Like en reageer af en toe op berichten. Of deel zelf iets, bijvoorbeeld als je een diploma haalt of een stageplek zoekt.
Laat jezelf zien. Je hoeft niet elke dag te posten, maar af en toe iets van je laten horen zorgt ervoor dat mensen jou niet vergeten – en misschien zelfs aan je denken bij een vacature.
Lees het online magazine
