Op 29 oktober 2025 kiest Nederland een nieuwe Tweede Kamer. De verkiezingsuitslag bepaalt mede hoe er in de komende jaren wordt geïnvesteerd in onderwijs, werk en scholing. Dat raakt direct aan mbo-studenten, jongeren en herintreders. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft de plannen van tien partijen doorgerekend in het rapport Keuzes in Kaart 2027–2030. Hieronder lees je wat daaruit opvalt voor iedereen die leert of werkt in de sectoren bouw, techniek, logistiek, zorg en horeca.

Onderwijs en scholing

De meeste partijen investeren extra in onderwijs, maar de verschillen zijn groot.

D66, GroenLinks-PvdA en Volt

Investeren het meest, elk rond de drie miljard euro per jaar extra. Zij willen kleinere klassen, extra geld voor leraren, meer ondersteuning voor mbo-studenten en meer mogelijkheden om later in je loopbaan bij te leren.

NSC

Richt zich vooral op volwasseneneducatie en bijscholing, en wil leerrechten invoeren zodat werkenden makkelijker kunnen blijven leren.

CDA en ChristenUnie

Investeren op kleinere schaal in het versterken van het beroepsonderwijs en in regionale samenwerking tussen scholen en bedrijven.

VVD en BBB

Verlagen delen van het onderwijsbudget, vooral in het hoger onderwijs. Zij willen dat scholen efficiënter werken en dat bedrijven meer verantwoordelijkheid nemen voor scholing op de werkvloer.

SGP

Houdt het onderwijsbudget grotendeels gelijk aan het huidige niveau en legt de nadruk op goed reken- en taalonderwijs.

JA21

Verlaagt het onderwijsbudget en wil het stelsel vereenvoudigen, met minder overheidsuitgaven en meer ruimte voor particulier initiatief.

Voor mbo-studenten en herintreders betekent dit dat sommige partijen inzetten op meer kansen om te leren en bij te scholen, terwijl andere juist meer nadruk leggen op praktijkleren binnen bedrijven.

Arbeidsmarkt en lonen

De meeste partijen willen iets veranderen aan het minimumloon en de arbeidsvoorwaarden.

GroenLinks-PvdA, D66, NSC, Volt en ChristenUnie

Willen het minimumloon verhogen, waardoor ook de BBL-vergoedingen en sommige uitkeringen meestijgen.

CDA

Kiest voor een beperkte verhoging, vooral voor lage inkomens.

VVD, BBB, SGP en JA21

Willen het minimumloon gelijk houden om de loonkosten voor werkgevers niet te laten stijgen.

Voor jongeren en herintreders betekent dit dat er verschillen zijn in hoe aantrekkelijk werken financieel wordt, afhankelijk van de partij die regeert.

Tekorten in techniek, zorg en bouw

Het CPB verwacht dat de personeelstekorten in techniek, zorg en bouw de komende jaren blijven bestaan.

D66 en GroenLinks-PvdA

Willen dit tegengaan met meer technische opleidingen, stageplekken en samenwerking tussen scholen en bedrijven.

NSC en CDA

Richten zich op regionale opleidingscentra en regiodeals tussen onderwijs en werkgevers.

ChristenUnie

Wil meer aandacht voor praktische opleidingen en de waarde van vakmanschap.

VVD en BBB

Benadrukken het belang van leren op de werkvloer en minder regels voor bedrijven.

SGP

Wil vooral de doorstroom van het mbo naar de arbeidsmarkt verbeteren.

JA21

Ziet meer in lagere belastingen en minder subsidies, zodat bedrijven zelf kunnen investeren in personeel.

Volt

Wil extra geld voor innovatie en moderne opleidingen binnen techniek en duurzaamheid.

Wat betekent dit voor jou

Wie een mbo-opleiding volgt of na een tijdje weer aan het werk wil, krijgt in bijna elk verkiezingsprogramma te maken met plannen voor onderwijs, scholing of loon. De verschillen tussen partijen zitten vooral in de hoeveelheid geld die ze willen investeren en de manier waarop ze dat willen doen, via scholen, via werkgevers of via persoonlijke leerrechten.

Bron: Centraal Planbureau – Keuzes in Kaart 2027–2030 (oktober 2025)
Lees het volledige CPB-rapport op cpb.nl

Laat een review achter
Review